Sommige workflows zijn net iets te ingewikkeld om zonder testen actief te zetten. En soms bedenk je een aanpak waarvan je niet precies weet hoe je de bijhorende automatisering moet instellen. Hier een paar tips om testen wat gemakkelijker te maken.

Zorg voor voldoende testadressen

Het is handig om een aantal testadressen bij de hand te hebben. SharpSpring gebruikt het e-mailadres als unieke sleutel, zoals je waarschijnlijk wel weet. Nieuwe leads moeten een uniek e-mailadres hebben.

De meeste providers bieden de mogelijkheid om zogenaamde aliassen te maken. Vraag je systeembeheerder om 5-10 aliassen te maken. Is je e-mail adres bijvoorbeeld evelien@bedrijf.nl, laat dan aliassen evelien1, evelien2 etc. maken, zodat je de e-mail adressen evelien1@bedrijf.nl en evelien2@bedrijf.nl ook kunt gebruiken als testadres.

Gebruik je gmail, dan is er een aardig truukje: je kunt “+test1” aan je e-mail toevoegen. Het e-mailadres evelien+test1@bedrijf.nl is dan ook een geldige alias en je hoeft hier niets voor in te stellen.

Maak een testplan

Het kan dik uit om je testplan op papier te zetten. Het dwingt je namelijk om van te voren goed na te denken over je logica. Bij het maken van de testgevallen ben je al bezig om je workflow te testen en na te gaan of bepaalde uitzonderingen nodig zijn. Een testplan bestaat uit groepen testgevallen. En een testgeval bestaat uit teststappen en resultaten.

Bovendien spaart het je tijd bij het testen , omdat je je dan kunt concentreren op de uitvoering.

Als je vervolgens je flow gaat testen, schrijf dan bij elk testgeval de datum/tijd op en voor welk e-mailadres je de test uitvoert. Omdat testen meestal wachttijd met zich meebrengt, vergeet je dan niet wat je ook alweer aan het testen was en kun je testgevallen parallel uitvoeren.

Test alleen op je testgroep door te filteren

Maak er een gewoonte van om bij het maken van een flow ALTIJD een filter toe te voegen. Zorg dat je een testlijst hebt (je voegt handmatig je testadressen toe).

Maak direct na de eerste trigger (een extra) filter die alleen adressen uit je testlijst toelaat.

Workflows maken is als leren rolschaatsen: vallen en opstaan en daarna gaat het steeds gemakkelijker.

Uitspraak van één van de Qamel collega’s

Gebruik de contactmanager om resultaten te controleren

De contactmanager is superhandig om te kijken of een test gelukt is. Bij het testen van workflows komt met name de laaste tab “Campagnes” goed van pas. Je hebt snel overzicht van de e-mails die verstuurd zijn en de workflows die gemaakt zijn.

Contactmanager in SharpSpring

Zo kun je er snel achter komen dat je een filter uit hebt staan of aan het testen bent op het verkeerde veld.

Zet workflow en filters op actief

Als je een tweede trigger maakt in een workflow is die per definitie inactief. Dat zie je door het stop-teken in de triggerafbeelding.

Nieuwe workflows staan (gelukkig) ook na het maken op inactief.

Naamgeving en groeperen houden orde in je systeem

Marketeers hebben er een handje van om uit de losse pols flows, velden en e-mails een naam te geven. Een e-mail met de naam “campagne promo nieuw” gaat je niet helpen om over een jaar snel een nieuwe campagne te maken. Zo zie ik wel eens de naam “test workflow” bij een workflow waarvan ik zeker weet dat ie 324 keer is geactiveerd in productie. Dus geef betekenisvolle namen:

  • niet: “Workflow Quiz ” en wel: “ABC-Quiz 2019-04”
  • niet: “Nieuwsbrief segment 1” en wel: “NB klanten recent 2019-04-25”
  • niet: “Testje 123” en wel “Test Henk – Button groot”

In SharpSpring kun je heel snel mappen (folders) maken en daarmee overzicht in je workflows, emails en lijsten houden. Omdat je workflows niet kunt verwijderen is het handig om een map “Verwijderen _als dat zou kunnen _” te maken en daar je oude zooi in te zetten.

Meer over workflows en testen van flows vind je in de help en community documentatie van SharpSpring:

Heb je zelf nog tips of suggesties? Neem dan contact met ons op.